Nog even en de Omgevingswet is een feit. Participatie is een verplichting. En dat is niet voor niets. Door participatie krijgen betrokkenen een stem. Neem je die stem mee in het maken van de plannen, dan krijgt het project meer draagkracht. De kans op juridisch getouwtrek wordt kleiner en daarmee zullen projecten sneller van de grond komen.

Tenminste, dat is het idee. Maar doordat participatie een ‘moetje’ wordt, is de kans groot dat veel participatietrajecten overschaduwd worden door schijnparticipatie. En dat kan flinke gevolgen hebben.

Hoe kun je schijnparticipatie herkennen en wat zijn de gevolgen ervan? In dit bericht gaan we dieper in op schijnparticipatie en leggen we uit wat de invloed kan zijn op jouw project.

Wat is schijnparticipatie?

Schijnparticipatie is eenrichtingsparticipatie: belanghebbenden worden uitgenodigd voor participatie, maar hebben in feite niets in te brengen. Belanghebbenden wordt een worst voorgehouden. Schijnparticipatie heeft alles te maken met verwachtingen van betrokkenen die niet goed gemanaged worden.

Schijnparticipatie kan op verschillende manieren voorkomen. Nodig je betrokkenen uit om plannen te presenteren, maar wil je ze alleen informeren en geen mogelijkheid geven om feedback te geven? Wees dan gelijk duidelijk bij het uitnodigen van de belanghebbenden dat het een informatiebijeenkomst is, en geen participatiebijeenkomst. Geef gelijk aan bij de uitnodiging dat genodigden de plannen kunnen inzien, maar op dat moment geen feedback kunnen geven. Overigens vinden wij ‘informeren’ geen vorm van participatie, juist omdat er geen bijdrage geleverd kan worden.
Bij de tweede vorm van schijnparticipatie kunnen belanghebbenden wel inbreng geven, maar wordt niets gedaan met die inbreng.
Deze vorm van schijnparticipatie kun je als volgt herkennen:

  • De initiatiefnemer gaat niet dieper in op opvattingen die niet passen binnen de al gemaakte plannen of geijkte ideeën. 
  • Betrokkenen zijn selectief gekozen. Alleen de ‘ja-knikkers’ worden uitgenodigd om deel te nemen. 
  • Er is geen terugkoppeling (gespreksverslag) waarin vastgelegd is wat betrokkenen aan inbreng hebben gegeven.
  • Plannen worden doorgedrukt, zonder onderbouwing waarom de inbreng van betrokkenen niet is verwerkt in de planvorming.

Explosieve groei van schijnparticipatie

We krijgen van initiatiefnemers wel eens de vraag: “Hebben jullie ook tips hoe je participatie kunt omzeilen?”. Niet iedere planmaker wil graag zijn project realiseren met de bemoeienis van bijvoorbeeld omwonenden of instanties als milieu- en monumentenorganisaties. Jammer, deze initiatiefnemers zien niet de toegevoegde waarde van participatie voor hun project.

Maar ook zij zijn verplicht om een participatietraject uit te voeren. De verwachting is dat het percentage schijnparticipatietrajecten flink zal gaan stijgen. En dat is een zorgelijke zaak.

De gevolgen

Organiseer je een participatietraject, maar heb je niet werkelijk de intentie om feedback van belanghebbenden mee te nemen in het verhaal, dan leidt dat tot scheve gezichten. En in het ergste geval dusdanige protesten dat het project nooit van de grond gaat komen.

Schijnparticipatie kan bij participanten ervoor zorgen dat:

  • Zij zich niet serieus genomen voelen. Ze raken gefrustreerd en kiezen de tegenaanval. Ze verharden in hun standpunten en steken de hakken in het zand.
  • Het vertrouwen in de initiatiefnemer daalt tot een absoluut dieptepunt. Krijgen zij in de toekomst opnieuw te maken met de initiatiefnemer? Dan is de verstandhouding verstoord.
  • Bij nieuwe plannen de deelnemers niet opnieuw energie willen steken in een participatietraject.

Naast dat schijnparticipatie gevolgen heeft op het vertrouwen van deelnemers in de initiatiefnemer en hun houding ten opzichte van participatie negatiever wordt, heeft het natuurlijk ook gevolg voor de resultaten van de plannen. Plannen worden beter door een goed participatietraject. Dat voordeel doe je teniet door een schijnparticipatietraject te voeren.

Schijnparticipatie voorbeeld

Voorbeeld (schijn)participatie speelveld

Een voorbeeld van schijnparticipatie komt van onze collega Debbie.
Debbie woont inmiddels zo’n 7 jaar in het centrum van een nieuwbouwwijk aan een centraal gelegen veld. Bewust koos ze voor die plek, omdat het en dicht bij alle voorzieningen is, en het veld een mooie speelplek voor haar nog jonge kinderen zou zijn. In een wijk in aanbouw met veel kleine kinderen, had ze verwacht dat er in de buurt van haar nieuwbouwwoning een speeltuintje zou komen waar de kroost lekker samen zou kunnen spelen.

De start 5 jaar geleden

5 jaar geleden werd ze uitgenodigd voor een eerste participatiebijeenkomst. De gemeente presenteerde haar eerste plannen voor het veldje: een basketbalveld. Debbie en de rest van de omwonenden waren gelijk geen voorstander van dit plan. De reden: er is heel veel overlast in de wijk. Diefstal, drugsgebruik, geluidsoverlast tot diep in de nacht, vernielingen, afval… De probleemjeugd hangt veel op plekken grenzend aan het desbetreffende veldje: op een nabijgelegen schoolplein, bij het station en het winkelcentrum.

Buurtbewoners staan niet achter plannen

Debbie en andere buurtbewoners voelen zich niet veilig in de wijk en zijn tegen een basketbalveld, omdat zij verwachten dat dit juist ervoor zorgt dat de jongeren zich zullen centreren en de overlast nog groter wordt. Immers faciliteert de gemeente een prima hangplek. Bovendien bevinden zich in een straal van 200 meter nog twee basketbalvelden én is er nog steeds geen speelplek voor de jonge kinderen.

Tijdens en na de eerste participatiebijeenkomst maakten Debbie en haar buurtbewoners hun standpunt duidelijk. Een jaar later volgde een tussentijdse update. In plaats van een basketbalveldje zou een groot deel van het grasveld omgetoverd worden tot een soort sport- en spelveld. Geen hangplek, maar het zou wel gelijk een groot deel van het veld bestraten. Echt tegen was de buurt niet, maar de gemeente gaf zelf al snel aan niet tevreden met dit ontwerp en dat de plannen weer zouden wijzigen.

Buurtbewoners mochten zelf ontwerpen

Weer bleef het een jaar stil. Opnieuw werd de buurt en andere belanghebbenden uitgenodigd. Het moest anders. En dus werden buurtbewoners aan het werk gezet met pen en papier. Wat zou de buurt willen? In groepjes gingen ze aan de slag. Het resultaat, daar was iedereen het over eens: Een mooie natuurspeeltuin met boomstammen en groen. Een ontwerp dat paste bij het karakter van het veld. De gemeente reageerde enthousiast. Dit kon hét plan wel eens zijn en binnen een aantal maanden gerealiseerd kunnen worden.

Maar het bleef stil…

Jaren verstreken

Wederom een jaar later kregen de buurtbewoners een nieuwe uitnodiging. Dit keer voor de presentatie van het definitieve plan. De buurtbewoners keken er naar uit om eindelijk hun ideeën uitgewerkt te zien in concrete toestellen en een planning.

Toen de gemeente haar ‘dit keer echt definitieve plan’ presenteerde, liepen de gemoederen hoog op. De gemeente had het plan van bijna 5 jaar geleden tevoorschijn getoverd. Het basketbalveld was uitgewerkt. Máár, zo redeneerde de gemeente, er was geluisterd naar de buurt. Naast de belijning van het veldje zouden er stippen op het veld komen. “Daar kunnen de kinderen spelletjes mee bedenken”. Na de zomer zou het veld een feit zijn.

Weer teleurstelling

De betrokkenen voelden zich totaal niet gehoord. Jaren waren verstreken en het plan was terug bij het nulpunt. De tegenargumenten leken totaal niet gehoord.
Tussen de emotie door, probeerde de buurt nog wat in te brengen en werden veiligheidsmaatregelen bedacht. Zoals een goed verlichtingsplan, hoe om kan worden gegaan met de veiligheid door alle scooters van de jongeren en werden nog wat suggesties geopperd om de overlast zoveel mogelijk te beperken. Maar de teleurstelling zette de boventoon. De gemeente had echt niet geluisterd naar de bezwaren en de ideeën van de buurt. Debbie en haar buurtbewoners voelden zich belazerd.

5 jaar later nog steeds een leeg veld en weerstand

Inmiddels zijn er weer vele maanden verstreken. Debbie ontving onlangs nog een brief, maar heeft hem ongeopend weggegooid. Het kost haar te veel energie en frustratie om nog deel te nemen aan het participatieproces. Bovendien zijn haar kinderen bijna te groot voor een speeltuintje. En komt dat basketbalveld er toch? Dan zal ze niet schromen om bij ieder incident de politie in te schakelen en te klagen.

Geen behoefte meer aan participatie

Vorige maand belandde er wederom een uitnodiging in de bus. Een uitnodiging om deel te nemen aan het participatieproces voor het bouwterrein aan de andere kant van het veldje. Je raadt het al, de brief belandde na het lezen van de eerste zin al in de papierbak. Het vertrouwen in de gemeente is tot een dieptepunt gedaald.

Wat ging er mis?

In dit voorbeeld zie je dat er veel onduidelijkheid is. Niet alleen over het participatieproces, maar ook over waar inspraak op is. Communicatie vindt niet plaats vanuit een centrale omgeving. Bovendien zijn de plannen niet achteraf nog te bekijken door betrokkenen en hebben zij geen idee over wat het vervolg is, of hoe het gaat met de voortgang van het project. Naast dat het participatieproces veel onduidelijkheid geeft, zijn ook verwachtingen van de betrokkenen niet gemanaged.

Dit alles heeft geleid tot een heel duur, jarenlang traject, zonder dat er concreet iets gerealiseerd is. Het enige resultaat van dit proces is dat de gemeente buurtbewoners tegen zich in het harnas heeft gewerkt. Buurtbewoners voelen zich de dupe van schijnparticipatie.

Valkuilen participatie

Een soepel proces met Parolo

Parolo helpt je om schijnparticipatie te voorkomen:

  • Je kunt plannen transparant delen in een online omgeving, zo kan iedereen terugkijken naar wat de plannen waren of kunnen plannen voorafgaand aan een bijeenkomst vast gedeeld worden.
  • Je kunt een planning delen en bij het wijzigen van de planning participanten direct op de hoogste stellen.
  • Ook kun je gespreksverslagen delen en vragen of je volledig bent geweest. Zo kunnen participanten achteraf niet zeggen dat het niet besproken is. Daarmee sta je bij een eventuele juridische procedure ook veel sterker.
  • Je kunt participanten online om feedback vragen.
  • Je ziet hoe vaak stukken bekeken zijn.
  • Vanuit Parolo kun je polls starten en participanten laten meedenken.
  • Je communiceert centraal, waardoor je niet vergeet wie je wat hebt gestuurd.
  • Je kunt ook participanten betrekken die niet naar fysieke bijeenkomsten kunnen komen.
  • Aan het eind van het participatietraject, download je met een druk op de knop een participatieplan die geschikt is om bij te voegen aan een vergunningsaanvraag.

Kortom, met Parolo maak je het participatieproces transparant en communiceer je op een professionele manier en vanaf een centrale plek. Parolo is de tool die participatie makkelijk maakt en schijnparticipatie voorkomt.

Wil je ook soepele participatie? Parolo maakt het je makkelijk!

Probeer Parolo gratis uit, of vraag een demo aan. We laten je graag zien hoe Parolo jou helpt met een goed participatieproces.