We wachten met z’n allen al jaren op de komst van de Omgevingswet. De invoeringsdatum verandert steeds, hierdoor weet niemand precies waar ze nou aan toe zijn. De invoering van de wet brengt veranderingen met zich mee, zo ook de participatieplicht. Iedereen gaat te maken krijgen met participatie. Het hogere doel van de Omgevingswet is dan ook: een goed uitlegbaar plan voor de omgeving met kortere processen en minder procedures bij de rechtbank. Maar hoe zorg je er nou voor dat je goed bent voorbereid als de Omgevingswet (eindelijk) in werking treedt?
Begin 2021 hebben wij onder (bijna) alle Nederlandse gemeenten een enquête afgenomen over participatie onder de Omgevingswet. Op basis van 221 reacties uit heel Nederland is een goed beeld gevormd van de knelpunten en behoeften die gemeenten op dat moment ervoeren. Inmiddels zijn we al meer dan een jaar verder t.o.v. de eerste enquête uit 2021 en zijn we benieuwd naar de huidige stand van het land. Hiervoor hebben we jouw hulp nodig. Wil je bijdragen aan onze kennisgeneratie? Vul dan hier de enquête in! Met maximaal 5 minuten van jouw tijd help je ons enorm.
Over de eerste enquête hebben wij al eerder een reeks artikelen gepubliceerd. In deze blog halen wij de belangrijkste punten nog eens aan.
Wil je meer lezen over de valkuilen van participatie? Lees dan dit artikel.
Valkuilen participatie binnen de Omgevingswet
Uit de enquête is een top 4 naar voren gekomen van ‘participatie-valkuilen’ binnen de Omgevingswet. Wij zetten deze voor jou op een rijtje:
- Verwachtingen vs. Realiteit
Transparantie is erg belangrijk bij participatie. Zonder transparantie zijn de verschillende verwachtingen niet inzichtelijk en kan er geen vertrouwen opgebouwd worden tussen de betrokken partijen. Vertrouwen is noodzakelijk voor een succesvol participatieproces. - Vormvrijheid: verrijkend of belemmerend?
Binnen de Omgevingswet is de vorm van participatie niet in beton gegoten. Om de vorm van participatie richting te geven, moet elke gemeente participatiebeleid opstellen. De gemeente bepaalt dus welke vorm de participatie daadwerkelijk heeft. Daardoor beslissen zij ook hoeveel vrijheid een initiatiefnemer heeft om het participatieproces in te richten. Te veel vrijheid kan echter ook beperkend werken. - Versnellen of vertragen
Door de invoering van de Omgevingswet moet je in veel gevallen eerst participeren voordat je een Omgevingsvergunning aanvraagt. Ondanks de participatieprocessen aan de voorkant van het proces, kunnen er nog steeds zienswijzen ingediend worden aan de achterkant van het proces. Deze combinatie kan ervoor zorgen dat processen langer duren. Het is dus belangrijk om vooral de zienswijze achteraf te voorkomen met een zorgvuldig uitgevoerd participatieproces (zie figuur 1). - Hoe deskundig is de initiatiefnemer?
Binnen de Omgevingswet kan er relatief veel verantwoordelijkheid worden gelegd bij een initiatiefnemer. De mogelijkheid bestaat echter dat een initiatiefnemer weinig tot geen kennis heeft van participatie. Hierdoor is er een kans dat een proces minder goed wordt uitgevoerd. Ondeskundigheid van de initiatiefnemer kan leiden tot een onzorgvuldig proces, iets wat juist zo van belang is.
Wil je meer lezen over de valkuilen van participatie? Lees dan dit artikel.
Invulling participatiebeleid: loslaten, dichttimmeren of jongleren.
Met een loslatend participatiebeleid wordt een initiatiefnemer uitgedaagd om zelf te bepalen welke vorm van participatie het beste past bij het initiatief. Participatie blijft immers maatwerk. Bij deze aanpak kun je denken aan dat een gemeente wel aangeeft wanneer participatie verplicht is, maar niet welke vorm van participatie hierbij gewenst is.
Loslaten
De gemeente stelt participatiebeleid op om richting te geven aan de vorm van participatie. Over de invulling van dit beleid denken gemeenten erg verschillend. Er zijn drie verschillende manieren van aanpak te onderscheiden: loslaten, dichttimmeren en jongleren (zie figuur 2).
Dichttimmeren
Bij dichttimmeren worden er duidelijke criteria en regels opgesteld voor participatietrajecten. Bij een dichtgetimmerd participatiebeleid weet een initiatiefnemer voor elk project welke manier van participeren gewenst is.
Jongleren
Jonglerend participatiebeleid stelt wel kaders en eisen aan participatie, zoals ook bij dichttimmeren het geval is, maar laat ook voldoende onbeslist om zo maatwerk te kunnen faciliteren. De gemeente biedt met deze aanpak ondersteuning aan een initiatiefnemer, maar doet tegelijkertijd geen afbreuk aan de eigen inbreng van deze plannenmaker.
Wil je meer weten over de invulling van participatiebeleid, klik dan hier.
Beoordeling van een participatieproces
Bij het indienen van een vergunningaanvraag moet straks een participatieverslag worden meegestuurd. De gemeente gebruikt dit verslag om de uitgevoerde participatie te beoordelen. Uit de enquête is een top 5 van beoordelingscriteria naar voren gekomen.
Context van het proces
Allereerst is het bij het opstellen van een participatieverslag belangrijk om goed te documenteren waarvoor het participatieproces precies wordt toegepast. Denk hierbij aan het afbakenen van het proces en het stellen van verwachtingen: “waarover participeren we?”, maar ook “waarover participeren we niet?”.
Betrokkenheid: wie doet er mee?
Daarnaast is het van belang dat een participatieverslag duidelijk aangeeft wie er betrokken zijn binnen het participatieproces. Met welk doel zijn participanten betrokken? En zijn alle belanghebbenden bereikt?
Participatie vorm: hoe is er geparticipeerd?
Vervolgens moet de vorm van participatie worden opgenomen in het verslag. Denk hierbij aan het participatieniveau, de participatiestrategie en de momenten van inspraak gedurende het proces.
Resultaten: wat heeft de participatie opgeleverd?
Bij de beoordeling van een participatieverslag wil een gemeente ook informatie ontvangen over de resultaten van het participatieproces. Het is belangrijk dat een initiatiefnemer zo open en objectief mogelijk is over wat de inbreng van participanten was, zowel positief als negatief.
Doorvertaling: wat is er met de participatie gedaan?
Het is niet zo dat alle opgehaalde inbreng ook altijd meegenomen moet worden in het uiteindelijke plan. In een participatieverslag is het goed om aan te geven wat er met de resultaten is gedaan. Het helpt een gemeente om in het verslag te lezen hoe belangen zijn afgewogen en waar gemaakte keuzes op gebaseerd zijn.
Wil je meer lezen over de beoordelingscriteria, klik dan hier.
Klaar voor de start!