Bij het ontwikkelen van een locatie komt participatie kijken. Uit onze ervaring blijkt dat het organiseren van participatie iets is waar men vaak tegen op ziet. Het ontbreken van duidelijke criteria voor participatie helpt hier niet bij. Daarnaast zorgt de omgevingswet voor meer spanning en onzekerheid omtrent het participeren. Deze onzekerheid heerst niet alleen bij initiatiefnemers, ook gemeente zijn hier onzeker over.

Valkuilen over participatie bij 221 gemeenten

Met behulp van een enquête is informatie opgehaald bij gemeenten over participatie binnen de omgevingswet. Met 221 reacties uit heel Nederland is een goed beeld gevormd van de behoeften en knelpunten die gemeenten momenteel ervaren.

In een reeks artikelen gaan we in op verschillende aspecten die naar boven zijn gekomen tijdens het onderzoek. In dit eerste artikel komen enkele valkuilen aan bod die volgens de gemeenten vastkleven aan participatie binnen de nieuwe Omgevingswet. Ook vertellen we je hoe een participatieplan jou kan helpen om met deze valkuilen om te gaan.

Valkuilen participatie

De top 4 valkuilen waar je rekening mee moet houden!

Dat er onzekerheid heerst over participatie is duidelijk. De enquête geeft een goed inzicht in de valkuilen die gemeenten verbinden aan participatie binnen de Omgevingswet. Het blijkt dat veel gemeenten dezelfde soort valkuilen zien. Benieuwd welke dit allemaal zijn? Bekijk de complete lijst  hier! Hieronder lichten wij de vier meest genoemde valkuilen verder toe.

1. Verwachtingen vs. realiteit 

Het scheppen van juiste verwachtingen bij participanten is van groot belang. Een participant kan namelijk verwachten veel invloed te hebben op een project, terwijl dit in de praktijk niet zo blijkt te zijn. Wanneer beide partijen voorafgaand aan een participatieproces al transparant zijn over de verwachtingen, bijvoorbeeld over de mate van invloed van participanten, kan deze valkuil verholpen worden.

2. Vormvrijheid: verrijkend of belemmerend? 

De vormvrijheid van het participatieproces is een belangrijke pijler van het onderdeel participatie binnen de omgevingswet. Dit neemt niet weg dat deze vormvrijheid ook zorgen geeft bij bepaalde gemeenten. Het roept de vraag op of te veel vormvrijheid belemmerend kan zijn voor de uitvoering van de omgevingswet?  Sommige gemeenten zullen meer sturing willen bieden aan initiatiefnemers en zijn op zoek naar mogelijkheden om de regie toch nog enigszins in handen te houden. Andere gemeenten willen juist vrijheid aan de initiatiefnemers geven om de participatie naar eigen wens in te vullen. Elke gemeente zal dus anders tegen deze “valkuil” van vormvrijheid aan kijken.

3. Versnellen of vertragen

De Omgevingswet zet in op het efficiënter en simpeler maken van de besluitvorming. Dat gemeenten vertraging in de processen zien als een valkuil sluit dan ook niet direct aan op de geest van de Omgevingswet en het doel hiervan. Hoe kan het dat de gemeenten vertraging als enorme valkuil zien terwijl de Omgevingswet bedoeld is om processen te versnellen? Ondanks de participatieprocessen aan de voorkant van het proces kunnen er nog steeds zienswijze ingediend worden aan de achterkant van het proces. Deze combinatie kan ervoor zorgen dat processen lang duren. Het is dus belangrijk om vooral de zienswijze achteraf te voorkomen.

4. Hoe deskundig is de initiatiefnemer? 

Het is voor veel gemeenten een valkuil dat er relatief veel verantwoordelijkheid gelegd kan worden bij de initiatiefnemers. Er bestaat namelijk de mogelijkheid dat een initiatiefnemer maar weinig tot geen kennis heeft van participatie. Gevolg hiervan is dat een participatieproces minder goed wordt uitgevoerd. Deze valkuil houdt ook sterk verband met de eerdere genoemde valkuil; vormvrijheid. Als initiatiefnemers niet of nauwelijks worden gestuurd in hoe ze hun participatie aanpakken, kan dit nadelig zijn voor de verdere ontwikkelingen.

Opstellen goed participatieplan

Hoe kun je als initiatiefnemer nou het beste omgaan met deze veel voorkomende valkuilen? Wij geloven dat een belangrijke eerste stap te vinden is in het tijdig opstellen van een participatieplan. Een duidelijk plan van aanpak en een goede communicatie kunnen al veel zorgen wegnemen.

Door vooraf in het plan te communiceren hoe participatie wordt toegepast, kunnen onjuiste verwachtingen voorkomen worden. Wanneer de initiatiefnemer en de belanghebbenden op de hoogte zijn van elkaars verwachtingen, dan kan er een eerlijk proces ontstaan.

Daarnaast is het belangrijk te realiseren dat niet alle gemeenten daadwerkelijk een compleet vormvrije leidraad zullen hanteren. Dit doen ze bijvoorbeeld om initiatiefnemers toch enkele handvaten te bieden. Bij een volledig vorm vrije leidraad biedt het participatieplan houvast voor de initiatiefnemer, de belanghebbenden en de gemeente. Deze houvast zorgt voor duidelijkheid vooraf wat vertraging achteraf tegen kan gaan. Zaak is om bij het opstellen van je participatieplan rekening te houden met de gemeentelijke richtlijnen.

Veel van de genoemde valkuilen in dit artikel zijn dus in te dammen door middel van goede communicatie en een duidelijk plan van aanpak vooraf aan het planproces. Komen jullie dit in de praktijk tegen en willen je hier verder over sparren? Stuur ons dan een berichtje.

What’s next: verwachtingen bij indieningsvereisten

In een volgend artikel zullen de indieningsvereisten van een participatiedocument aan bod komen. Wat is noodzakelijk om een goed participatieplan op te stellen en waar wordt een participatiedocument op beoordeeld?